Termijnoverschrijding
Te laat!
Tegen een besluit van een bestuursorgaan als het College van de gemeente, of het Dagelijks Bestuur van het UWV, moet de burger binnen zes weken bezwaar maken bij dat bestuursorgaan. Gebeurde dat niet, dan was de burger te laat. Dan was het over en uit.
De enige uitzondering was de verschoonbaarheid. De burger was toch nog op tijd als hij kon bewijzen dat het niet aan hem toe te rekenen was dat hij te laat was én hij binnen twee weken na het bekend worden met het besluit alsnog bezwaar maakte.
De lat voor de verschoonbaarheid lag heel hoog. Zo hoog, dat de laatste jaren er veel commentaar op is gekomen, onder andere door de Ombudsman.
De rechters vond echter dat er goede redenen waren voor die hoge lat. Zo wist iedereen na zes weken waar ze aan toe waren, wat de rechtsbescherming ten goede kwam en de uitvoeringspraktijk. Bovendien zou de wet in de weg staan van een lagere lat.
Tot dit jaar de hoogste bestuursrechters besloten dat het een onsje minder mocht. Binnen het wettelijke kader zagen de rechters nu wel voldoende mogelijkheden. De achtergrond ligt in de gedachte dat de burger minder zelfredzaam is dan lang is gedacht. Bovendien is er een nieuw wetsvoorstel gedaan door de wetgever. Het is de bedoeling dat bestuursorganen meer informatie moeten geven over de bezwaartermijnen en dat het vaker mogelijk moet zijn zich te beroepen op de verschoonbaarheid.
Bij uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (het CBB) en de Centrale Raad van Beroep hebben de hoogste rechter een nieuwe lijn uitgezet. Een termijnoverschrijding is verschoonbaar als:
- er geen of een geringe verwijtbaarheid is van het te laat indienen. Er mag meer rekening worden gehouden dan vroeger met persoonlijke omstandigheden zoals ernstige ziekte, psychisch onvermogen, overlijden van een naaste. Het kunnen ook andere omstandigheden zijn, zoals een brand in een woning waardoor er teveel aan de hand is tegelijkertijd. Verwijtbaarheid is wel ook afhankelijk van wie de indiener is van het bezwaar. Is dat een burger zonder rechtsbijstand, dan wordt sneller aangenomen dat er geen of een geringe verwijtbaarheid is. Is het een onderneming, zeker als het een grote onderneming is, dan ligt die lat toch weer hoger;
- de context van het bezwaar daar aanleiding voor geeft. Het kan zijn dat het een besluit is die alleen de burger betreft, of ook derden. In het laatste geval ligt de lat hoger. Het kan ook zijn dat het bestuursorgaan zelf heeft bijgedragen aan de onduidelijkheid (veel besluiten tegelijkertijd). Maar wat niet meetelt is of de burger de Nederlandse taal machtig is of niet. Daarvoor moet hij op tijd hulp regelen.
- het bezwaar alsnog binnen zes weken wordt ingediend. Dat past beter bij de wettelijke termijn. Overigens, soms zijn de bezwaartermijn langer of korter. Dan geldt die langere of kortere termijn;
- de burger geen advocaat in de arm heeft genomen, vóór het einde van de bezwaartermijn. Dan is de advocaat verantwoordelijk voor het bewaken van de termijn.
Er is meer ruimte. Dat blijkt ook uit de uitspraken sindsdien. Maar: de ruimte is nog altijd (zeer) beperkt. Uit de uitspraken blijkt dat het altijd gaat om een samenloop van punten 1 tot en met 4 en dat het altijd moet gaan om bijzondere omstandigheden.
Mocht je vragen hebben, bel met onze specialisten: 030 – 2333 248 of mail: info@zumpolleadvocaten.nl
https://uitspraken.rechtspraak.nl/resultaat?zoekterm=cbb:2024:31&inhoudsindicatie=zt0&sort=Relevance&publicatiestatus=ps1
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CRVB:2024:932